Topmenu

Wat moet ik weten ?

Temperaturen aan de binnenoppervlakken van na-geïsoleerde spouwmuren zijn echter hoger dan bij ongeïsoleerde muren. Dit geldt niet alleen in het vlak van de wand, maar ook ter plaatse van koudebruggen, weliswaar in beperktere mate. Dit betekent dat een nagevulde spouwmuur minder gevoelig wordt voor problemen van oppervlaktecondensatie en schimmelgroei dan een ongeïsoleerde muur. Ter plaatse van koudebruggen blijft wel een verhoogd warmteverlies bestaan. Dit kan verminderd worden door in combinatie met de na-isolatie van de spouw aangepaste isolatieoplossingen voor te schrijven ter plaatse van de koudebruggen. Hoe dan ook wijzen bestaande problemen van oppervlaktecondensatie en schimmel vaak eveneens op een onvoldoende ventilatie. Bij energetische renovatie is het dan ook belangrijk een natuurlijk of mechanisch ventilatiesysteem te voorzien indien door verschillende isolatie-ingrepen de woning te luchtdicht wordt om een goed binnenklimaat te handhaven.

Voorwaarden

De bestaande spouwmuur moet aan de volgende voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor een doeltreffende navulling :

  •  de spouw moet een nominale breedte hebben van minimaal 50 mm
  • de bestaande metselwerkgevel en het eventuele pleisterwerk moeten in goede staat verkeren. Het voegwerk moet intact zijn en de afwerking moet een grote dampdoorlatendheid vertonen zonder scheurvorming, tekenen van regendoorslag, vorstschade of andere vormen van degradatie
  • de gevel mag niet onder sterke belasting staan door slagregen (invloed van de wind en blootstelling) of door thermische lengteveranderingen
  • het te isoleren gebouw mag geen extreem vochtig binnenklimaat vertonen (bij binnenklimaatklasse 4, bv. zwembaden, is na-isolatie van spouwmuren af te raden).

Bij een aantal spouwmuren zijn voorafgaande of aanvullende werken nodig om tot een goed resultaat te komen.